Scheelzien
Scheelzien is een afwijkende stand van de ogen: de ogen zijn niet op één punt gericht. Dit komt doordat de balans tussen de oogspieren weg is (ze voeren niet dezelfde beweging uit). Het lukt dan niet meer om de ogen recht te houden en op eenzelfde punt te richten. Meestal staat één van de ogen in een afwijkende stand, maar het kan ook zijn dat beide ogen afwijken. Het afwijkende oog kan naar binnen gedraaid zijn (esotropie), naar buiten (exotropie), naar boven (hypertropie) en naar beneden (hypotropie). Omdat beide ogen verschillende beelden waarnemen, ontstaan er problemen en klachten zoals een lui oog, dubbelzien of hoofdpijn. Scheelzien ontstaat meestal in de kinderjaren, maar kan ook bij volwassenen voorkomen. Het kan constant aanwezig zijn, of onregelmatig.
Symptomen van scheelzien
- Een afwijkende oogstand: ogen die niet in dezelfde richting kijken.
- Wazig zicht
- Dubbelzien
- Hoofdpijn en/of misselijkheid
- Moeite met het inschatten van afstand en diepte.
- Frequent dichtknijpen of afdekken van één oog.
Oorzaken van scheelzien
- Oogheelkundige afwijkingen
- Erfelijke aanleg
- Medische problemen rondom de geboorte
- Refractieafwijkingen: hoge verziendheid (plus) is een risicofactor voor scheelzien en ook een verschil in sterkte tussen beide ogen en cylinderafwijkingen kunnen leiden tot scheelzien.
- Vroeggeboorte
- Roken of drugsgebruik tijdens de zwangerschap
- Hersenzenuw aandoeningen
Behandeling van scheelzien
De behandeling van scheelzien en/of een lui oog is afhankelijk van de oorzaak ervan. De behandeling kan bestaan uit:
- Het voorschrijven van een bril (eventueel met prismaglazen).
- Oefeningen
- Een oogspier operatie: strabismuscorrectie. Hierbij worden de oogspieren verplaatst of verkort. Deze scheelziensoperatie wordt uitgevoerd om klachten als dubbelzien te verhelpen, om de samenwerking tussen de ogen te behouden of om cosmetische redenen. Indien er sprake is van een lui oog, dan wordt eerst het luie oog behandeld. Daarna vindt er pas een operatie plaats.