Nastaar kan als complicatie optreden na een staaroperatie. Bij een staaroperatie haalt men de vertroebelde lens uit het lenszakje (het lenskapsel) en vervangt deze door een kunstlens. Als er zich na de operatie in het achterste deel van dit lenskapsel nieuwe lensvezels ophopen, ontstaat er een vertroebeling achter de kunstlens. Dit noemen we nastaar. De belangrijkste klacht bij nastaar is dat het zicht geleidelijk aan minder wordt. Door de vertroebeling van het lenszakje, kan het licht namelijk niet goed op het netvlies vallen. Soms gaan mensen dubbel zien met één oog of hebben ze last van verblinding of het zien van schitteringen bij fel licht. Nastaar kan enkele maanden of (tientallen) jaren na een staaroperatie optreden.

Symptomen van nastaar

• Geleidelijke vermindering van het zicht (wazig zicht).
• Verblinding bij fel licht.
• Het zien van schitteringen bij fel licht.
• Dubbelzien met één oog.

Oorzaken van nastaar

• De operatietechniek: de rand van het voorste lenszakje mag na de operatie niet op de kunstlens rusten.
• De kunstlens die gebruikt wordt: een kunstlens met een rechte rand veroorzaakt vaker nastaar dan een kunstlens met een ronde rand.
• Uveïtis: een inwendige oogontsteking 

Behandeling van nastaar

Nastaar wordt behandeld met een laserbehandeling. Deze behandeling vindt poliklinisch plaats en is niet pijnlijk. Nadat het hoornvlies verdoofd is, wordt er een glazen contactlens op het hoornvlies geplaatst. Deze werkt als een soort vergrootglas. Door met behulp van de laserstralen een kleine opening in het lenszakje te maken, verdwijnt de nastaar en komt deze ook niet meer terug.

Mogelijke complicaties van de laserbehandeling:

De risico’s bij een nastaarbehandeling zijn erg klein, maar aan elke operatie zitten risico’s. In enkele gevallen zien we de volgende problemen na een laserbehandeling bij nastaar:

• Beschadiging van de ooglens (doordat deze geraakt wordt door de laserstraal).
• Oogontsteking
• Kleine bloedinkjes in het oog (die vanzelf genezen).
• Het zien van kleine, zwevende, zwarte vlekjes. Dit zijn eigenlijk de resten van het lenszakje. Ook deze verdwijnen vanzelf. Als de vlekjes toenemen of als je lichtflitsen waarneemt, moet je een huisarts raadplegen.

In enkele gevallen lukt het niet om de nastaar op te lossen met een laserbehandeling. In dat geval wordt er vitrectomie toegepast. Hierbij wordt het glasvocht (het vocht dat de oogbol vult), verwijderd en vervangen door olie, water, lucht of een soort gas.